Geen ouder is perfect, een ouder is ook maar een mens
Een mens met zijn eigenaardigheden en gevoeligheden, die de ene dag lekker in zijn vel zit en een andere dag chagrijnig kan zijn of zich ziek of emotioneel voelt.
Wanneer een ouder als kind zelf geen stabiele gezinssituatie heeft gehad en daardoor weinig eigenwaarde en zelfvertrouwen heeft kunnen ontwikkelen, zal hij of zij zich eerder, gefrustreerd, geïrriteerd en angstig voelen bij een dermate grote verantwoordelijkheid als het opvoeden van een kind(eren). Wat het niet geleerd heeft kan het niet geven, waardoor zijn geschiedenis zich kan gaan herhalen.
Wanneer een ouder als kind niet de nodige liefde, aandacht en veiligheid heeft gekregen, dan zijn deze behoeftes nog onvervuld. Een sterke relatiewens en kinderwens kan een onbewust verlangen zijn naar het recht zetten van dit gemis. De kans is groot dat de partner en kinderen (onbewust) deze rekening krijgen gepresenteerd. Omdat kinderen onvoorwaardelijk van hun ouders houden, zullen zij er alles aan doen om hun ouders gelukkig te maken.
Elke tijdgeest brengt bepaalde gezinnen voort.
Ik ben opgegroeid in de jaren zestig. Ouders hadden de wereldoorlog meegemaakt en de armoede van voor de oorlog. Het leven ging om overleven. Zij wilden het beste voor hun kinderen. Dat betekende een goede opleiding. Mijn dochter is geboren in 1975. Vrije opvoeding was belangrijk. Het was een reactie op de conservatieve, autoritaire opvoeding van hun ouders. Deze kinderen groeiden op met weinig grenzen en structuur.
Je kunt je afvragen hoe de tijdgeest jouw opvoeding heeft beïnvloed. Welke waarden en normen waren belangrijk?
In dit artikel beschrijf ik het opgroeien in twaalf verschillende disfunctionele gezinssituaties en de gevolgen hiervan op volwassen leeftijd.
Hebben ouders altijd het beste met hun kinderen voor? Laten we ervan uitgaan dat de meeste ouders van hun kinderen houden en het beste met hen voor hebben.
Er zijn ouders die hun best doen als vader en moeder maar niet geleerd hebben zich emotioneel te verbinden en niet goed weten wat een opgroeiend kind nodig heeft. Je hebt ouders die zelf moeite hebben om zich staande te houden en een groot beroep doen op hun kinderen. Maar je hebt ook ouders waarvan de vader of moeder vooral op zichzelf gericht is. Of ouders die door hun eigen autoritaire opvoeding vinden dat kinderen gewoon gehoorzaam moeten zijn.
Maar er zijn ook ouders die doordat ze zelf emotioneel verwaarloosd zijn, verwachten dat hun kinderen dit gemis rechtzetten. Ouders kunnen kinderen worden en kinderen in de rol van de ouder stappen. In deze gevallen hebben ouders niet het beste voor met hun kinderen.
- Het koeiengezin
Kijk eens naar een groep koeien in de wei. Ze liggen bijna nooit dicht bij elkaar. Elke koe heeft duidelijk haar eigen ruimte en is vooral bezig met het herkauwen van voedsel. Dit is een beeld van een koeiengezin; ze leven met elkaar, maar er is weinig of geen betrokkenheid.
Ik kom uit een Gronings koeiengezin. Er werd nauwelijks gepraat, laat staan dat er emoties waren. Ik en mijn twee broers gingen ons eigen gang. We hadden elk ons eigen kamer waar we zaten te herkauwen over de dingen die ons bezig hield. Aan tafel tijdens het eten werd alleen het hoognodige gezegd. Inhoudelijk houden Groningers het meest van gesloten vragen waar ze alleen ‘ja’ of ‘nee’ op kunnen zeggen. Mijn ouders hadden geen idee of hadden daar zo hun gedachten over, die ze niet deelden, wat ons bezig hield in een tijd, eind jaren zestig en begin jaren zeventig, waarin zoveel gebeurde.
In een koeiengezin is veel eenzaamheid, maar dat besef je als kind niet. Voor een kind is alles normaal totdat het andere ervaringen krijgt en kan gaan vergelijken.
In mijn gezin was geen enkele emotionele verbinding. Ook niet tussen mijn ouders. Zij gingen vanuit een duidelijke rolverdeling hun eigen gang. Het leek allemaal vanzelf te gaan. Dat verwachtte ik ook toen ik op mijn twintigste trouwde. Helaas was het tegendeel het geval en na drie jaar onvermogen en frustratie zijn we gescheiden. Er was nog een lange weg te gaan.
2. Het apengezin
Als je naar Apenheul gaat en een chimpansee gemeenschap waarneemt, dan begrijp je wat ik bedoel met een apengezin. Ze zijn voortdurend met elkaar bezig; letterlijk aan elkaar zitten, knuffelen, vechten en spelen. Het ene moment hebben ze veel plezier en het volgende moment staan ze tegen elkaar te gillen. De oudere chimpansees geven links en rechts een tik of een kind springt voor zijn veiligheid in de armen van een van de ouders. In een apengezin bemoeit iedereen zich met elkaar. Positief kun je zeggen dat er veel betrokkenheid is. Dat kan fijn zijn om gehoord te worden en om hulp en advies te krijgen, maar dat kan vervelend zijn als dit advies je wordt opgedrongen. Als kind ben je opgenomen in dit geheel en leer je te functioneren in een chaos. Er is geen privacy en ruimte om stil te staan bij jezelf of een afwijkende mening te hebben.
Mijn beste vriendin, tijdens de middelbare school, groeide op in een apengezin met vijf kinderen. Ik vond het elke keer weer spannend als ik met haar meeging, want er gebeurde van alles. Er werd veel geklierd, gepest en gelachen. Het leek allemaal heel gezellig, maar er was nooit rust en stilte en als er iets gevoeligs werd gedeeld dan werden er grapjes overgemaakt en werd het kind uitgelachen.
3. Het gezin dat het hoofd boven water probeert te houden
Ouders die net wel of net niet genoeg geld verdienen om de eindjes aan elkaar te knopen of veel schulden hebben, leven met veel stress. Als er geen stabiele relatie is waarin ze hun problemen rationeel kunnen bespreken en oplossen, gaan ze hun frustratie op elkaar en de kinderen afreageren. Vaak speelt schaamte een rol waardoor ze willen vermijden dat de omgeving hiervan op de hoogte is.
Door deze stressvolle situatie kunnen kinderen een extra belasting worden voor ouders, waardoor ze hen moeilijk kunnen verdragen. Ouders kunnen zelfs een beroep doen op hen om voor de kleintjes te zorgen, boodschappen te doen, het huishouden etc. Ze worden onderdeel van de chaos, het ene moment geliefd en geknuffeld en het andere moment uitgescholden dat ze een last zijn. Geen geld betekent ook geen geld om leuke dingen te doen. Dit kan voor de kinderen schaamtevol zijn waardoor ze het omgaan met vriendjes gaan vermijden. Wanneer je bent opgeroeid met ouders die geldzorgen hadden, zal geld altijd een thema blijven in je leven. Je wilt te allen tijde voorkomen dat je in dezelfde situatie terechtkomt. Daarnaast kun je een extra zintuig hebben ontwikkeld of mensen wel ruimte en aandacht voor je hebben. Je kunt vanaf een afstand zien of iemand ergens meezit.
4. Het gezin dat bepaald wordt door een narcistische ouder
Narcissus is een figuur uit de Griekse mythologie die verliefd wordt op zijn eigen spiegelbeeld. Psychiater Freud gebruikte de term bij mensen die hun energie te veel aan zichzelf en te weinig aan anderen besteden. De ouder die zichzelf ziet als het middelpunt heeft waarschijnlijk ook zelf een narcistische ouder gehad. Het stokje wordt doorgegeven en het kind van de volgende generatie krijgt de rekening gepresenteerd.
Een narcistische ouder is vooral met zichzelf en eigen behoeften bezig en manipuleert een kind dermate dat het voldoet aan zijn of haar verwachtingen. Dat kan zijn dat het er altijd perfect uit moet zien, zodat de buitenwereld weet dat het een goede en welvarende ouder is. Of dat het kind presteert zodat de ouders met het succes kunnen pronken. Er wordt geen rekening gehouden met de gevoelens en behoeften van het kind. Het kind bestaat ter eer en glorie van de ouder. Het kind probeert uit alle macht dat te doen waar moeder of vader positief op zal reageren zodat het zich goed voelt. Wat het kind niet beseft is dat de ouder alleen maar bezig is met eigen belang. Deze ouder is niet in staat het kind te zien in wie het echt is en in wat het nodig heeft. Deze kinderen worden emotioneel verwaarloosd en emotioneel misbruikt.
Door een gemis aan onvoorwaardelijke liefde en bevestiging kan een kind geen positief zelfbeeld ontwikkelen. Doordat een kind alles wat er gebeurt op zichzelf betrekt, gaat het denken dat iets grondig mis is met zichzelf, waardoor het niet krijgt wat het nodig heeft. Het leert dat het liefde moet geven in plaats dat het voelt dat het juist recht heeft om liefde te ontvangen. Uiteindelijk concludeert het dat het geen liefde waard is en dat het niet goed genoeg is. Zo ontstaat de Pleaser in je volwassen leven. Al je eigen behoeften keur je af Je doet alles om anderen te behagen, te troosten en te steunen. Ben je voortdurend alert om je zo te gedragen dat anderen zich goed voelen. Heb je de neiging jezelf af te keuren en je te verontschuldigen. Zo kom je zelf niet aanbod.
5. Het gezin waarin de ouder een kindrol aanneemt en het kind de ouderrol
Parentificatie betekent dat een kind de rol van de ouder inneemt. Het voelt zich verantwoordelijk voor het welzijn van (een van) de ouders en gedraagt zich te jong, te lang, te volwassen. Dat kan zich uiten doordat het erop let dat moeder of vader zich goed voelt, een luisterend oor is voor de ouder, voor de andere kinderen zorgt en allerlei huishoudelijke taken op zich neemt. Hij troost, stelt gerust, geeft advies en helpt.
Voor een kind is het vreselijk om een van de ouders te zien lijden. Een kind is vanaf de geboorte afhankelijk, loyaal en houd onvoorwaardelijk van de ouders. Omdat hij de pijn en het ongelukkig zijn van de ouder niet kan verdragen gaat het alles doen om de pijn te verlichten of op te lossen.
De rollen zijn omgekeerd; Hij of zij wordt ouder van (een van) de ouders en de ouder neemt een kind-rol in. Het geeft wat het zelf nodig heeft.
Omdat het kind de situatie op zichzelf betrekt, want dat is wat kinderen doen, gaat het denken dat het zijn schuld is dat moeder of vader zo ongelukkig is. Het denkt dat het een slecht kind is, een last of gewoon niet goed genoeg. Dat wordt het fundament van zijn persoonlijkheid.
Soms komen kinderen in een partnerrol terecht omdat er een onbevredigende relatie is, een partner is die veel afwezig is of na een scheiding of overlijden van een partner. Wanneer een kind behandeld wordt als een partner krijgt het een volwassen positie. Dan is het geen kind meer en heeft het geen vader of moeder meer. Uiteraard is het kind niet in staat om te voldoen aan partner verwachtingen. Het wordt overvraagd en het is een vorm van emotioneel misbruik.
Wanneer een kind de partnerrol krijgt toebedeeld (meestal het oudste kind) kan het ook een ouderrol toebedeeld krijgen of op zich nemen. Naast dat het hierdoor extra belast wordt, kan het vanuit deze machtspositie broertjes en zusjes onrechtvaardig gaan behandelen.
Een voorbeeld van de gevolgen van parentificatie beschreven door een client van mij:
“Ik heb nooit op mezelf gewoond en de vrijheid ervan beleefd. Ik had eigenlijk tot haar dood de verantwoordelijkheid voor mijn moeder en eerder ook de verantwoordelijkheid voor mijn vader. Ik heb me niet kunnen ontwikkelen zoals ik wilde, studeren, naar mijn vriend in het buitenland gaan, (dit werd op papa’s hartprobleem geschoven, hij zou het niet overleven als ik zou gaan) op kamers gaan, vrijheid beleven en dingen zelf ontdekken met de support van een ouder. Ze had controle over wat ik deed, schreef, beleefde of uitsprak.
Ik heb me in veel bochten gewrongen voor haar goedkeuring. Ik heb me, door mijn moeders manipulatieve gedrag, niet kunnen ontwikkelen zoals een puber of een jonge vrouw dat doet.
Ik ben mijn hele leven volgzaam geweest, alert en waakzaam voor de gevoelens van anderen. Mijn moeder heeft een grote invloed gehad op mijn leven, dingen die zij afkeurde, moest ik stiekem doen. Ik ben niet assertief geworden. Ik ben wars van koketterie en in de en in de belangstelling staan. Ik ben allergisch voor manipulatie en kan me heel snel gekwetst of beledigd voelen. “
6. Het gezin waarin de ouders hun best doen
In veel gezinnen zijn ouders hardwerkende en verantwoordelijke mensen. Ze zijn blij met hun kinderen. Dat laten ze ook merken. Ze brengen de kinderen naar voetbal en muziekles. Ze komen op ouderavonden. Ze hebben het beste voor met hun kinderen.
Ouders die het goed bedoelen, maar geen gevoelsmatige verbinding kunnen leggen omdat ze zelf emotioneel verwaarloosd zijn, zijn er veel. Vooral van de oudere generaties.
Kinderen van deze ouders hebben het idee dat ze een goede en fijne jeugd hebben gehad. Deels is dat ook zo. De niet vervulde behoeften zij naar het onderbewuste verhuisd. Het kind had er destijds ook geen taal voor om te begrijpen dat er ook gevoelens van leegte en eenzaamheid waren. Gesprekken gaan over ditjes en datjes. Ouders stellen geen persoonlijke vragen zoals; Hoe is dat voor je? Vond je dat fijn? Was je bang? Omdat je niet geleerd hebt om over gevoelens en emoties te praten, is de kans groot dat je in je volwassen leven moeite hebt om emoties en gevoelens te herkennen en te erkennen. Het niet onderkennen van emoties en gevoelens maakt het aangaan en behouden van relaties en vriendschappen lastig.
7. Het drukke, actieve gezin
Vader en moeder zijn opgegroeid met het idee dat je het beste uit jezelf moet en kan halen en dat je alles uit het leven moet halen. Ze willen hun kwaliteiten ontdekken en benutten, carrière maken, zichzelf persoonlijk en professioneel ontwikkelen, een sociaal netwerk onderhouden, uitgaan en plezier maken. Wanneer er kinderen komen willen deze ouders hun levensstijl behouden. De kinderen worden vaak naar de crèche gebracht en naschoolse opvang. Ze willen hetzelfde voor hun kinderen. Dat ze hun kwaliteiten ontdekken en ontwikkelen. Zo werden de kinderen van sportclub naar muziekles en naar vriendjes gebracht en gehaald. Wat mist is rust en tijd om even niets te doen. Je leert dat je altijd bezig moet zijn. Het accent komt op ‘doen’ te liggen in plaats van op gewoon ’zijn’.
8. Het gezin met een ouder met psychische problemen
Opgroeien als kind van een ouder met psychische problemen vraagt veel van een kind. KOPP staat voor Kinderen van Ouder(s) met Psychische Problemen
Deze kinderen krijgen te maken met een belastende opvoedsituatie. Ze nemen vaak taken van hun ouders over waar ze te klein voor zijn. Alles wat de ouder niet kan, wil of niet durft, neemt het kind over. Deze kinderen hebben te maken met onvoorspelbaar gedrag van de ouder of soms onveilige situaties. Ze worden emotioneel verwaarloosd en soms ook fysiek als er niet voldoende eten in huis is of geen geld voor kleding.
Ze hebben moeite om hierover te praten, want ze schamen zich over de situatie en ze kunnen zich schuldig voelen dat ze niet goed kunnen helpen. Ze kunnen denken dat ze zelf de oorzaak van het probleem zijn en bang zijn dat ze de ouder kwijtraken waar ze zo afhankelijk van zijn.
De ouders zelf kunnen ook worstelen met schuldgevoelens, schaamte of de angst dat hun kind wordt weggehaald waardoor ze niet over de thuissituatie praten.
Eenmaal volwassen kunnen deze kinderen door een gevoel van wantrouwen moeite hebben met het aangaan en onderhouden van relaties of ze trekken een partner aan met psychische problemen, want de rol van helper is bekend. De kans is groot dat ze ook moeite hebben om grenzen aan te geven en op te komen voor eigen behoeftes.
9. Het normatieve gezin
Kinderen die opgroeien in een gezin met strenge normen en waarden leven in een keurslijf. Deze ouders zien het als hun taak om hun kinderen deze normen en waarden bij te brengen. Ze zijn zelf in een keurslijf opgegroeid, waar ze aan vast zitten en loyaal aan zijn. Ook al zouden ze anders willen dan komen ze in onzekerheid terecht. Dat is dan geen optie.
Er zijn duidelijke regels waar de kinderen aan moeten voldoen. Er is een strenge moraal; wat mag en niet mag, wat hoort en niet hoort en wat de verwachtingen zijn. Het kind leert aan de hand van straffen en belonen.
Soms moet een kind onvervulde wensen van een ouder vervullen, zoals de voetballer David Beckham een onvervulde droom van zijn vader vervulde. David is voor de vader een geslaagd project geworden. Hij kreeg als baby al een Manchester United-shirt aan, de voetbalclub waar hij later bij ging voetballen.
Er kan ook een verwachting liggen dat een kind het familiebedrijf overneemt of een beroep doorzet. Het kind wordt met een opdracht opgescheept. Wat het zelf zou willen doet er niet toe. Wat voor kind het is, doet er ook niet toe. Er wordt niet naar het kind gekeken. Dit is een diepe ontkenning en afwijzing van de wezenlijke identiteit van dit kind. Dit kind zal, eenmaal volwassen, zich voortdurend schuldig voelen als het iets kiest voor zichzelf. Daarnaast zal het een zoektocht zijn om te ervaren wat zijn eigen waarden en normen zijn.
10. Het symbiotische gezin
In de baarmoeder is het kind een met de moeder. Deze symbiose heeft het kind ook na de bevalling nodig om zich veilig te kunnen voelen. Tussen 7 en 9 maanden ontstaat het besef van een eigen IK. Het wil vanuit een veilige omgeving de wereld gaan verkennen. Zo leert hij langzaam (letterlijk) op eigen benen te staan. Na anderhalf jaar gaat het zich verzetten en wil het dingen op zijn eigen manier doen. Op deze manier ontwikkelt het kind een gezond gevoel van eigenwaarde, zelfvertrouwen en het vertrouwen dat hij de dingen op zijn eigen manier mag doen. Zo maakt het kind zich los van de symbiose.
Dit losmaakproces kan verstoord worden wanneer een ouder(s) moeite heeft om een zelfstandig leven te leiden. Het kind wordt de reden van het bestaan. Wanneer de moeder de symbiose met haar kind nodig heeft om haar eigen leegte te vullen kan ze hem emotioneel chanteren, dreigen met verlating of het kind het gevoel geven dat de wereld gevaarlijk is. Het initiatief van het kind kan ook worden geblokkeerd door het kind overmatig te beschermen of door de zelfstandigheid af te keuren.
Wanneer het kind onvoldoende de kans krijgt om zijn autonomie te ontwikkelen, kan het onzeker worden over zijn vermogen tot zelfstandigheid. Wanneer hij onvoldoende kan oefenen met afstand en nabijheid, mist hij het vertrouwen dat hij op eigen benen kan staan. Het kind voelt zich gedwongen zich aan te passen en offert zichzelf op. Zo wordt hij steeds afhankelijker van de ouders. Hij ontwikkelt een feilloze intuïtie ten aanzien van zijn ouders; hij weet wat ze voelen, denken en van hem verwachten. Hij moet voor zijn ouders zorgen door toe te staan dat zij bezit van hem neemt. Het kan zich niet losmaken, want dan laat hij de ouders in de steek. Dat gaat gepaard met een intens schuldgevoel.
Dit is de ervaring van een client van mij:
“Moeder wil zich één voelen met mij. Ze wil de brieven van vriendjes lezen, invloed uitoefenen op mijn liefdesleven etc. Moeder wil dat ik er altijd voor haar ben. Als zij problemen heeft, lijd ik mee. Weinig ruimte voor mij om zelfstandig te worden en vrijheid te nemen. Zij geeft mij een schuldgevoel als ik voor mezelf opkom. Moeder voelt zich tekortgedaan als ik me los wil maken.”
11. Het gevechtgezin
Ouders die voortdurend ruzie maken of in een vechtscheiding zitten, creëren een emotioneel onveilige omgeving voor hun kind(eren). Een kind is nu eenmaal loyaal aan beide ouders, het kan niet kiezen. Wanneer ouders willen dat het kind partij kiest of als de ene ouder de andere ouder zwart maakt en hierin bevestiging zoekt bij het kind, komt het kind klem te zitten in een innerlijk loyaliteitsconflict. Het kan geen partij kiezen, want het houdt van beide ouders.
In een vechtscheiding heeft meestal een van beide ouders het huis verlaten. De ouder die met de kinderen thuis is kan een beroep doen op de kinderen door haar/zijn frustraties te delen. Op die manier wordt het kind op een volwassen manier betrokken in dit gevecht. Het wordt tot bondgenoot gemaakt, maar het kan niet kiezen en krijgt ook nog eens een emotionele lading over zich heen die hij cognitief niet kan begrijpen. De heftige emoties zullen angst oproepen omdat zijn veilige haven in het geding is. Wanneer een kind nog zo afhankelijk is van ouders is stabiliteit en veiligheid de belangrijkste basisbehoefte.
Om deze behoefte te waarborgen en ook omdat kinderen graag helpen en niets liever willen dan dat de ouders weer bij elkaar komen, kunnen ze gaan bemiddelen tussen de ouders. Hierdoor nemen ze een volwassen positie in die emotioneel te veel van hen vraagt.
Om ervoor te zorgen dat ouders elkaar weer vinden kan een kind problematisch gedrag gaan ontwikkelen, zodat de aandacht verplaatst wordt van hun gevecht naar de zorg voor het kind. Het kind werkt dan als een bliksemafleider. Hetzelfde geldt voor een kind dat ziek, moe, zwak, misselijk wordt. Het kind kan (onbewust) de emotionele spanningen overnemen en fysiek ervaren of het ziek zijn kan ook een afleidingsfunctie hebben om de ouders weer bij elkaar te krijgen.
12. Een gewelddadig gezin
Ouders starten niet doelbewust een gewelddadig gezin. In iedere relatie kom je jezelf tegen. Je partner maakt je elke dag mee. Op een gegeven moment word je geconfronteerd met je minder leuke eigenschappen. Daarnaast zijn erover en weer verwachtingen die naar voren kunnen komen als eisen of dingen waarvan je vindt dat je recht op hebt. Wanneer een van de ouders weinig frustratie en weinig kritiek kan verdragen, kan dat leiden tot agressieve reacties. Dat kan ons allemaal overkomen. Alleen bij een gewelddadig gezin wordt dit gedrag versterkt door de gevolgen van een verwaarloosde of ook gewelddadige jeugd en door vroegkinderlijk of volwassen traumatische ervaringen, van de ouder(s).
Door posttraumatische stress is het zenuwstelsel constant overspannen. Daardoor kan iemand weinig extra stress verdragen. Stress van een kritische partner, behoeftige kinderen, werkstress en andere zaken die druk uitoefenen. Kinderen kunnen hier de dupe van worden, doordat het kind van de rekening wordt. Een kind heeft geen weerwoord en slaat niet terug. Het onvermogen van een ouder om met stressvolle situaties om te gaan wordt afgereageerd op het kind(eren). Het kan zover gaan dat een kind de rol krijgt van zondebok; alles ligt aan het lastige kind. Op deze manier ontwikkelt het kind een stevig negatief zelfbeeld waar het de rest van zijn leven last van houdt door of te bewijzen (vechtgedrag) dat het wel degelijk een goed mens is of zich zo onopvallend mogelijk gedraagt om geen last te zijn voor anderen. (Vluchtgedrag)
Een rol als veilige haven
Kinderen kunnen binnen een disfunctioneel gezin een rol op zich nemen waar ze zich mee gaan identificeren. Bijvoorbeeld het kind dat bemiddelt tussen strijdende ouders of het kind dat de ouder die het zwaar heeft troost en bijstaat, het kind die de clown uithangt om de gespannen sfeer op te vrolijken of het oudste kind die zorgt voor het reilen en zeilen van de huishouding. Wat deze rollen gemeen hebben is dat er geen ruimte is voor eigen behoeften en gevoelens. Wanneer je eenmaal volwassenen nog steeds deze rol vervuld, wellicht in een andere setting, doe je jezelf geweld aan.
Kinderen die opgroeien in een disfunctioneel gezin worden volwassen. Maar ze zijn in hun basis beschadigd doordat ze niet gezien, gehoord en begrepen zijn. Een kind dat emotioneel is verwaarloosd, gebruikt, gemanipuleerd, onderdrukt, niet gezien en gehoord, geslagen, voelt zich waardeloos. Het is ook zonder (eigen) waarde behandelt. Het voelt zich er niet toe doen. Dit gevoel van waardeloosheid gaat gepaard met, ook later, geen bestaansrecht ervaren en met wantrouwen tegenover anderen, (wat moet je van me). Het schaamt zich over zijn eigen onbelangrijke bestaan. Dat idee wordt gevoed door een negatief zelfbeeld en schuldgevoelens. Beiden zo ontzettend onterecht. Vanuit een gevoel van schaamte en schuldgevoel is het moeilijk om relaties aan te gaan. Deze zullen al snel ongelijkwaardig worden.
Doordat een klein kind alles wat er gebeurt op zichzelf betrekt, gaat het denken dat er iets grondig mis is met hem/haar, waardoor het niet krijgt wat het nodig heeft. Het leert dat het liefde moet geven in plaats dat het voelt dat het juist recht heeft om liefde te ontvangen.
Bij het tegenkomen van een obstakel op ons levenspad zullen we via de almacht, de onmacht en de machtsstrijd proberen dit obstakel de baas te worden. Eroverheen, eronderdoor of ertegenaan, we zullen erlangs komen.
Als geen van de drie aanpakken tot werkelijk resultaat geleid heeft, is er het moment van leegte. De overgave aan de realiteit van dat moment, namelijk dat je er niet langs komt. Daarbij het verdriet en de eenzaamheid en het gevoel van krachteloosheid: “Ik weet het niet meer”. Dit moment van leegte in contact met de eenzaamheid, het verdriet en de krachteloosheid, is ook het moment van pure kracht. Nu ben je op jezelf en je eigen draagkracht aangewezen. Het is mogelijk om in die leegte te vertoeven. De leegte doet haar werk; het geeft ruimte voor het nieuwe.
Anja van Servellen (De weeën van de macht)
Geslaagd ouderschap
Om een goede ouder te kunnen zijn heb je mentale en emotionele stabiliteit nodig, zodat je de verantwoordelijkheid kan dragen voor het opvoeden van kinderen en begrijpt wat deze verantwoordelijkheid inhoudt.
Goed ouderschap begint bij een goede partnerkeuze en bij een goede partnerrelatie.
Carolien Roodvoets (Niemandskinderen)
In een goede relatie houden partners van elkaar, gaan ze respectvol met elkaar om, steunen ze elkaar, zijn ze in staat om met conflicten om te gaan en op te lossen, geven ze elkaar de ruimte om ook een eigen leven te leiden, doen ze moeite om elkaar te begrijpen en delen ze hun gevoelens. Een goede relatie geeft rust, geborgenheid en een gevoel van veiligheid aan beide partners en vervolgens aan hun kinderen.
De belangrijkste voedingsbron voor een kind is liefde, aandacht en een veilige omgeving waarin het zichzelf kan zijn.
Een stabiele gezinssituatie draagt bij aan een gezonde en stabiele emotionele en mentale ontwikkeling. Een stabiele emotionele en mentale ontwikkeling draagt bij aan de ontwikkeling van een gevoel van eigenwaarde, aan zelfvertrouwen en aan een positief zelfbeeld bij kinderen.
Het verwijten van ouders is misplaatst, ze werden en worden beperkt door hun eigen beperkte opvoeding en onopgeloste of onbekende trauma’s. Zij geven hun fundamentele beschadiging onbewust door aan hun kinderen omdat ze niet in staat waren hun kinderen onvoorwaardelijk lief te hebben.
Hoe weet je dat je emotioneel bent verwaarloosd in de kindertijd?
Het is nooit te laat om je eigen kwetsuren onder ogen te komen en er los van te komen.
Het is nooit te laat om te leren hoe je een stabiele relatie kunt ontwikkelen.
En het is nooit te laat om meer zelfliefde te ontwikkelen, zodat je je eigen behoeften leert kennen en leert om hiervoor op te komen.
Wil je loskomen uit een rol en een patroon?
Ik, Marja Postema, help je graag d.m.v. individuele coaching
Neem contact op via het contactformulier dan gaan we kijken wat voor jou de beste aanpak is.
Wanneer je vast zit in een patroon zit je vaak vast aan bepaalde rollen. Bijvoorbeeld dat je altijd van jezelf aardig of behulpzaam moet zijn. Dat is alsof je in een doodlopende straat leeft. Het is een eenzaam gevoel, want niemand ziet wie je echt bent.
OPLEIDING EMOTIONEEL MEESTERSCHAP
Voor iedereen die bezig wil zijn met bewustwording en persoonlijke ontwikkeling.
Voor iedereen die behoefte heeft aan verdieping, verheldering en aan het oplossen van hardnekkige patronen.
Voor iedereen die vat wil krijgen op verschillende vormen van conditionering.
De opleiding is geaccrediteerd door verschillende beroepsverenigingen.
Meld je aan via het contactformulier voor een gratis intake/kennismakingsgesprek
Woon je te ver weg, maar wil je hier toch mee aan de slag?
Online cursus Ontspannen jezelf zijn.
Ik leer je allerlei beelden en ideeën over jezelf, die niet bijdragen aan jouw levensgeluk, los te laten. Ik bied je een stappenplan aan waar ik al meer dan 20 jaar mee werk en wat zijn effectiviteit heeft bewezen.
Lees meer over de online cursus Ontspannen jezelf zijn